Debra Levin Gelman – Design for Kids
Belangrijk: als je in deze richting zelf ook wat wilt dan moet je wel nog urenlang die kinderen observeren en veel testen met je eigen creaties. Je kan het niet helemaal uit een boek halen. Dus het blijft een uitdaging. Het is altijd weer verrassend en spannend, vooral bij de allerkleinsten, om een specifieke taak te geven en ze bij die taak zonder teveel inmenging goed te bekijken. Het is ook juist zo ontzettend leuk, volgens Gelman, om dat te doen. Dan krijg je pas echt zicht op wat werkt en wat niet. Dit observeren is ook de basis van Piaget zoals Gelman die introduceert om in te spelen op de fasen van ontwikkeling die kinderen kenmerken. “Based on these observations, he decided that younger children weren’t necessarily less intelligent than older kids or adults; they just thought about things differently. Piaget focused his research on these cognitive differences and ultimately developed a theory of cognitive “stages” of development, based on age.” Piaget wordt heel kort door de bocht besproken maar de relevantie van zijn denken voor het ontwerpen voor jonge kinderen wordt duidelijk gemaakt. Juist ook wanneer het wordt gecombineerd met inzichten van bijvoorbeeld Don Norman, bij ontwerpers zeer bekend vanwege zijn boek ‘The design of everyday things‘ of Lise Eliot met haar boek ‘Pink Brain, Blue Brain‘. Ook komen in het boek inderdaad goede inzichten aan bod uit “Mike Kuniavsky’s fantastic book, Observing the User Experience or Leah Buley’s excellent book, The User Experience Team of One.” Het is kortom allemaal zeer actueel en past goed bij elkaar, maar de pedagogische of onderwijsfilosofische basis is minimaal. Daarmee is het echt een boek al eerste oriëntatie: om je een eerste idee te vormen omtrent ontwerpen voor kinderen en om wat leuke voorbeelden te zien.
Dit boek is een aanrader voor iedereen die een begin wil maken met het ontwerpen van educatieve spellen voor kinderen. Niet eerder werd zo simpel en doeltreffend de wereld van digitaal ontwerpen en de kinderwereld bij elkaar gebracht en gekoppeld aan allemaal commercieel succesvolle spelletjes en voorbeelden. Verschillende uitgewerkte praktijkvoorbeelden, voorzien van uitleg en de nodige checklists (omtrent why, what, who, maar ook ‘design particulars’) helpen echt aan de slag te gaan en overal rekening mee te houden met wat het kind wil in je eigen ontwerp. Specifieke aandacht gaat daarbij aan het eind van het boek nog even uit naar data-collectie, privacy en reclame. Het is toch vooral iets om bewust van te zijn, maar veel verder komt Gelman omtrent die onderwerpen niet. Vanaf 8 jaar kunnen kids het verschil tussen reclame en inhoud herkennen en is er in die zin wat haar betreft ruim baan om als ontwerper niet té kritisch te zijn en gewoon goed duidelijk te maken dat het inderdaad om een reclameboodschap gaat. Al met al is het daarmee een beperkt, niet kritisch maar wel gangbaar, perspectief op ontwerpen voor kids. Gelman werkt dan voor AT&T en vind haar weg naar grote commerciële symposia en evenementen (IxDA, Webvisions, UXPA), en weet de huidige toon en inzichten goed te vatten. Als algemeen verhaal over ontwerpen voor kinderen, zoals de titel wil, is hier helemaal geen sprake. Dan zou er een veel breder en meer reflectief perspectief moeten worden gegeven op de rol van de ontwerper bij kinderproducten en veel meer inzicht in kind en leefwereld. Daar zou je zeker aanvullende literatuur over kunnen of moeten opzoeken. Het is dus een beperkt boek, maar voor de juiste doelgroep zeker leuk om te lezen. Deze boekbespreking is geplaatst binnen de volgende categorieen: 2014, Creativiteit, Eigentijds onderwijs, ICT in onderwijs, Kinderen, Piaget |