Alison Gopnik – De kleine filosoof
Het is dan ook allemaal wat schematisch en academisch – volwassen versus kinderen – maar daarmee natuurlijk ook heel helder en toepasbaar. Wetenschappelijk zou je het zelfs kunnen noemen, gebaseerd op onderzoek en met een flinke dosis pseudo-intellectueel onderzoeksjargon. Het algemene beeld: ontdekkingen zijn voor kinderen, realisatie is voor de ouderen. Herkenbaar is het natuurlijk zeker.
Volgens de uitgever: “Gopnik noemt drie dingen die we van kinderen kunnen leren. Ten eerste hun leergierigheid. Vervolgens kunnen we ons gedrag veranderen door open te staan voor hun zorgzaamheid (liefde en aandacht voor de ander!). Tot slot kunnen we wijzer worden van hun couterfactual denken (p. 31). Kinderen kijken op diverse wijzen naar de wereld en dus kan hun waarheid als pluralistisch of postmodern geduid worden, zoals dat in de filosofie heet. Die kinderwaarheid komt tot stand door het experimenteren met en openstaan voor nieuwe feiten. Moraal: stel je als volwassene veranderbaar en open op, maar houd rekening met de diversiteit van kindergedrag. In de schoolpraktijk zouden leerkrachten expliciet aandacht moeten schenken aan waardevolle leerervaringen. De auteur gebruikt veel grote woorden voor relatieve zaken, maar voor wie zich openstelt voor de achterliggende gedachte is De kleine filosoof een aanrader.” Ik raad iedere lezer echter aan een dergelijke achterliggende gedachte in een ander boek te zoeken (genoeg keus op deze site lijkt me). Of kijk de komende 10 minuten nog even het TED filmpje hieronder, dat is in mijn ogen afdoende. Deze boekbespreking is geplaatst binnen de volgende categorieen: 2009, Kinderen |