Situationist International – On the poverty of student life
Het zou in het Nederlands als ‘Over de ellende in het studentenmilieu’ zijn verschenen. Beter klinkt misschien ‘over het armzalige studentenleven’. Of dan volledig: ‘over het armzalige studentenleven beschouwd vanuit economische, politieke, psychologische, seksuele en bepaalde intellectuele aspecten met een voorzichtig voorstel voor verbetering’. Een onmogelijke titel natuurlijk. Al klinkt het origineel in het Frans alvast wat beter: ‘De la misère en milieu étudiant considérée sous ses aspects économique, politique, psychologique, sexuel et notamment intellectuel et de quelques moyens pour y remédier’. Hieronder is bij gebrek aan Nederlandse versie uitgegaan van de Engelse vertaling. De tekst is online te lezen en heeft een eigen wikipedia pagina. Diverse edities zijn in de omloop, een aantal omslagen zijn hieronder als afbeeldingen toegevoegd. De tekst keert zich tegen de vaak gehoorde (Kantiaanse) onderwijsopvatting waarbij een rationeel onderwijssysteem helpt een democratische wereld te vormen. Het is tegen elke automatische of voorspelbare onderwijsloopbaan vanuit het heden naar een toekomstige gewenste omstandigheid. Volgens de situationisten moeten we uitgaan van de concrete ervaring in het hier en nu. De ervaring van in dit geval de studenten. Een ervaring die in het onderwijs helemaal niet zo vrij is, en die over het algemeen tot spektakel wordt gereduceerd. De student is arm, zielig, een ‘shabby bohemian’. Misschien een non-conformist, maar dan heel degelijk. Hij sport, gaat naar een psycholoog als hij sociale contacten mist, en twijfelt verder aan zijn eigen sociale en communicatieve vaardigheden. Zij redding is de film, het theater, muziek – uiteraard wel als consument en niet door het zelf te maken. Vandaag de dag zou je daar natuurlijk ‘social media’ bij moeten noemen, overigens. En daarnaast uiteraard waar nodig verdovende middelen – drugs, alcohol, of iets van de apotheek. De student denkt dat hij heel onafhankelijk is – maar hij is gewoon een dienstbaar kind. Zijn hele sociale praktijk is gecontroleerd. De studenten krijgen de hele schuld van de maatschappij op hun schouders. Volgens deze tekst moeten de studenten beseffen dat hen slechts een toekomst te wachten staat die even gecontroleerd en versuffend is als de studie waarin ze zitten. Er is geen glorieuze dag na de studie waarmee alles wordt gecompenseerd. Helaas. Maar de student moet zich niet neerleggen bij de rol die hij in het onderwijssysteem inneemt, hij moet niet genoegen nemen met deze ervaring. Het is niet voldoende dan maar een kritische studie te kiezen, zoals de meer geëngageerde studenten misschien deden of doen. Prijs jezelf als student niet gelukkig met het kennen van Althusser of Sartre, van Barthes of Lefebvre (bekende meer kritische Franse denkers) met het idee dat je daarmee bent opgewassen tegen het onderwijssysteem. Dit zijn de passieloze polemieken van de gewaardeerde kritische geesten, koop niet die verschrikkelijke dure en moeilijke filosofische teksten waarin zogenaamd alles tot in de puntjes is uitgedacht: het houdt je geest onnodig bezig en laat je geld rollen zonder dat het ook maar iets wezenlijks oplevert. Ook Moeten de studenten meer politiek worden en zich verzetten? De studenten staan er wel voor open. Demonstreren doen ze zo nu en dan. Maatschappijkritiek is wel interessant. Een mening hebben is van belang. Maar in dit pamflet wordt dat als volkomen ontoereikend afgedaan. Dan nog liever kiezen voor een apolitieke stellingname, net als de studenten die heel precies weten wat ze aan het onderwijs hebben, en via een of ander onderzoekstraject daar zo lang mogelijk in blijven rondhangen om gebruik te maken van alle mogelijke beurzen. Maak er liever dan maar het beste van: van die studenten die tegen hun studie zijn maar zich er desondanks – en juist daarom – in vastbijten en er tegen tekeer gaan. Iets rebelser nog en hij of zij zou zomaar het begin van een revolutie kunnen ontketenen, aldus het pamflet. De jeugd zal óf integreren in de maatschappij, óf zich er radicaal tegen afzetten. En dan ook totaal afzetten: omdat je anders ongewild onderdeel wordt van het ingecalculeerde van demonstraties en betogingen, het politieke mediacircus en het maatschappijkritische spektakel – waarbij je kortom compleet geïntegreerd blijft en gewoon je (kritische) steentje bijdraagt aan de maatschappij zoals hij is. Rebelleren dus tegen de studie die je zelf volgt, dat is een directe opstand tegen de universitaire hierarchie. Misschien kan het zelfs nog meer worden: een ‘revolt against the entire social system based on hierarchy and dictatorship of both the economy and the State’. Het tegengaan van het hele systeem van productie waar de producent geen controle heeft over zijn activiteit of het product. En tegen de staat en al zijn doorwerkingen. Als je het goed aanpakt en de verbanden zoekt. Waarbij de actie voorop moet staan. Geen onnodig getheoretiseer. Laat niet wat slimme en vage beterweters zeggen wat er moet gebeuren, laat het niet onderdeel worden van een programma, een strategie, een socialistische gedachte, een religieus gevoel, een alternatief ideaal wereldbeeld. Het pamflet roept op tot een heel open maar alomvattende doorbreking van de wereld zoals die is. Werkelijke maatschappelijke revolutie. Studenten moeten samen met de radicale arbeiders aaneensluiten om een werkelijk massaal een kritiek op elke vorm van spektakel duidelijk te maken. Een situatie creëren waar vanuit men niet meer terug kan. Geen oppositie dus, geen tegenstellingen. Geen enkele ideologie meer. Het zou enkel meer leugens opleveren. Geen discussie, uitwisseling van standpunten, geen medezeggenschap of inspraak. Geen tolerantie. Geen denken aan dat op sommige momenten of op sommige plekken misschien het systeem in stand moet worden gehouden. Niets daarvan. Geen concessies. Zoals in dit pamflet staat geschreven, en waarmee het getheoretiseer in het pamflet tegen hun eigen opvattingen wordt verdedigd:
En dat is de enige theorie die telt. Complete en radicale zelfbeschikking zijn zowel het middel als het doel. Het neemt de vorm aan van, en laat ook het belang zien van, de strijd. Totale emancipatie. Iedereen heeft controle over zijn eigen hele leven. Geen vervreemde half-eigenaarschap om te overleven, maar een algehele zelfbepaling. Dat is waar de strijd over gaat. Waarbij het scharnierpunt een complete eliminatie is van elk soort ‘commodity’. Werk moet worden aangevallen: je kan prima leven zonder te werken. Neem controle over de geschiedenis, maak geschiedenis. Er staat ontzettend veel op het spel. En een mooi spel zal het worden.
Klinkt dit te mooi om waar te zijn? Of juist ouderwets en als ’typisch de jaren zestig’? Waarschijnlijk beide. Maar zoals Khayati rond die tijd in een andere tekst schrijft: we hebben nu eenmaal een taal nodig die zich losmaakt van de vervreemding van het dagelijkse leven. De taal moet instrument zijn in de radicale theorie. Een theorie van iedereen. En de woorden zullen helaas altijd weer door zogenaamde specialisten worden omgebogen tot ideologische constructies en vervreemdende denkbeelden. Of onderdeel worden van polemieken over wel of niet haalbaar en wenselijk. Daaraan deelnemen betekent per definitie verlies. Blijf ervan weg! Filosofie moeten we onderdrukken om weer vrij te kunnen filosoferen, zoals ze het in het pamflet verwoorden.
Dus het is zaak telkens de taal opnieuw uit te vinden in dienst van het bovenstaande project. En van daaruit actie te voeren. Studenten, lees dit pamflet, blijf radicaal en kritisch, leg je niet neer bij de omstandigheden zoals die zijn. Misschien kan het pamflet nog altijd een aanzet zijn om weer een nieuwe taal creëren om de strijd aan te gaan met het onderwijs zoals we dat kennen en de maatschappij waar dat onderdeel van is? Of gaat deze tekst ook gewoon de geschiedenisboeken in als een interessante tekst die eens veel studenten in vervoering bracht maar nu slechts een mooi tijdsbeeld geeft van vroeger? Deze boekbespreking is geplaatst binnen de volgende categorieen: 1966, Althusser, Creativiteit, Cultuur, Ervaring, Kaboem!, Kant, Pedagogie, Subversiviteit, Universiteit |
Pingback: Jean Baudrillard – Simulacra and simulation | onderwijs filosofie
Pingback: Tyson E. Lewis – Inoperative learning | onderwijs filosofie
Pingback: Isodore Ducasse – Poésies | onderwijs filosofie