Plato – Meno
Wel komt Meno alvast met een eerste definitie van deugd, gebaseerd op de woorden van een dichter: ‘zich verheugen in het schone en het scheppen’. Meno meent dat deugd is: edele dingen nastreven en in staat zijn die te verwerven. Maar Socrates gaat hierop door en concludeert dat dit niet bevredigend is:
En dan blijkt dat de hele uitweiding over vorm en ruimte toch weer van pas komt. Dezelfde uitgangspunten die daar makkelijk(er) vast te stellen zijn, gelden ook bij vragen over deugd. Socrates weet zich nu te positioneren, de juiste toon is gevonden en de verhouding tussen Meno en Socrates wordt scherpgesteld. Socrates zegt:
Daarbij legt hij ook meteen het probleem bloot van het type onderzoek dat ze doen – en dus van het hele vervolg van het gesprek (en elk soortgelijk gesprek).
En dat brengt eigenlijk het gesprek pas bij wat leren is en hoe dit werkt. Socrates noemt leren namelijk ‘herinneren’. Leren gaat over het herinneren van datgene wat men kan weten. Met de huisknecht van Meno wordt een experiment gedaan. De huisknecht wordt door Socrates in de war gebracht door een geometrische opgave, hij kreeg een ‘schok’ waarna hij het graag zelf wilde begrijpen. En hij blijkt dan uit zichzelf, aan de hand van vragen, eigenlijk die hele geometrische opgave te kunnen oplossen. Socrates zegt:
En dit brengt Socrates tot een heel kernachtig geformuleerde opdracht voor hemzelf, die hij met Meno ook met betrekking tot de deugd wil gaan uitvoeren.
En nu heeft Socrates de situatie dusdanig gevormd dat hij met samen met Meno daadwerkelijk kan gaan zoeken en leren waarbij beide het niet weten en beide zoeken. En daarbij wil Meno het liefs uitgaan van de vraag die eerder aan bod is gekomen over leren en herinneren. Kan zoiets als deugd eigenlijk wel geleerd worden? Er wordt nagedacht over mogelijke leraren van deugd. Het verschil tussen kennis en meningen wordt behandeld. En deugd blijkt vooral te maken hebben met meningen. Socrates ziet dat vooral ook bij staatslieden:
Deugd is dus iets goddelijks. Iets dat door goddelijke genade aan de mens wordt verleent. In meer hedendaagse verwoording zou je de conclusie kunnen vatten door te zeggen dat voor het juiste gedrag (in brede zin, aretè) niet zozeer kennis nodig is, maar juiste opvattingen (oordelen, meningen, doxa). Dit is een afgaan op aanwijzingen van anderen maar heeft vooral ook een niet te kennen ‘inspiratie’. Het gaat niet om een ‘weten’ dat te leren is. Socrates lijkt te zeggen dat dit alles is wat men omtrent deugd kan weten en dat is dan ook het misschien wat onbevredigende antwoord. Het antwoord wordt misschien wat rijker als je bedenkt dat eigenlijk de hele dialoog een soort antwoord is, een aanwijzing? In ieder geval denk ik dat in dit stuk een dusdanig groot aantal (ook actuele) vragen over onderwijs en leren bij elkaar komen en aan elkaar verbonden dat deze tekst in zijn volledigheid voor ieder wel nieuwe inzichten of lessen kan opleveren. Laat staan de impact die Socrates als voorbeeld-leermeester kan hebben op elke docent en opvoeder. En niet enkel door een brave volgzaamheid met betrekking tot een veronderstelde ‘socratische methode’ die als hulpmiddel in de klas wordt gehanteerd. Socrates volgen in zijn redeneringen moet volgens mij betekenen dat men omtrent kennis, deugd en goddelijke inspiratie veel genuanceerdere en verstrekkende keuzes maakt. U kent waarschijnlijk ook de consequenties die Socrates zelf trok uit zijn eigen redenaties en het leven dat hij daardoor zou hebben, resulterend in de gifbeker? De hele tekst is te lezen via ARS FLOREAT waar ook de quotes uit komen, die echter niet geheel foutloos is. De belangrijkste kritiek die ik ken op Socrates in relatie tot zijn benaderingswijze van onderwijs is te vinden bij Rancière in het ook op deze site besproken ‘de onwetende meester‘. NB. De tekst is beschikbaar in allerlei verschillende boeken, maar vooral ook in een grote diversiteit aan boeken aangehaald of toegelicht. De afbeelding bij deze bespreking is willekeurig gekozen. Deze boekbespreking is geplaatst binnen de volgende categorieen: 382 v. Chr., Leertheorie, Lesgeven, Onderwijspraktijk, Plato / Socrates |
Pingback: Greg Thompson e.a. – Deleuze. Guattari. Schizoanalysis. Education | onderwijs filosofie
Pingback: Jeroen Lutters – Sprekende objecten | onderwijs filosofie
Pingback: Friedrich Nietzsche – Morgenrood | onderwijs filosofie
Pingback: Tyson E. Lewis – Inoperative learning | onderwijs filosofie