Paulo Freire – Pedagogy of the oppressed

freire

Er is een goede Nederlandstalige versie, maar hier zal ik gebruik maken van de gratis online te lezen Engelse vertaling. Dit boek is er ongeveer in elke taal: het is internationaal tot een klassieker geworden en ontstijgt ruimschoots de Braziliaanse context waarin dit boek geschreven is. Helemaal voorin het boek valt te lezen dat dit desalniettemin een boek is voor een specifieke doelgroep: “To the oppressed, and to those who suffer with them and fight at their side”. En die doelgroep is inderdaad groot en internationaal. Onderdrukking is namelijk op vrijwel alle scholen, ook in de Nederlandse context, aan de orde van de dag.

Onderdrukking is een veel algemener en ook voor ons herkenbaar en relevant concept in het onderwijs. Zeker niet alleen in het volwassenenonderwijs waar het toch van origine wat meer op is gericht. Onderdrukking vindt namelijk op allerlei (ook slinkse) manieren plaats. Het kan zijn dat een volwassene voor een andere volwassene bepaalt wat hij wel en niet kan of mag doen. Het kan zijn dat een volwassene een overwicht heeft over jongeren en daarvan gebruikt maakt om te zorgen dat zijn wil wordt opgevolgd. Het kan ook door de werking van een soort impliciete gedragsregels plaatsvinden, of door zelfs zoiets kleins als een bepaalde uitspraak te doen die onnadenkend druk uitoefent op anderen. Onderdrukking kan kortom in alledaagse situaties voorkomen en kenmerkt zeker in het onderwijs veel voorkomend gedrag. Een ‘pedagogie van de onderdrukten’ kent als uitgangspunt om die onderdrukking op te heffen. Onderdrukking beperkt namelijk niet alleen de onderdrukten, maar alle vormen van onderdrukking zijn meer in algemene zin beperkend. Onderdrukking beperkt in algemene zin vrijheid. We moeten die onderdrukking opheffen om vrijheid te realiseren.

Vrijheid staat centraal in het denken van Freire, en die vrijheid is geen gift of iets wat je zelf kan bereiken: het is een gezamenlijk proces. Een gezamenlijk proces van vrijheid en tot vrijheid. Freire wil ons laten zien dat we als mensen echt continu ons best moeten blijven doen om als mensen tot volledig wasdom te komen. Daar zijn steeds weer andere mogelijkheden voor. Mensen moeten gezamenlijk bewust worden van hun steeds weer evoluerende ‘incompleetheid’ en moeten daarom permanent streven naar een meer volle en rijke menselijkheid. Dat is de praktijk van vrijheid waar Freire voor pleit. Een doorgaand en gezamenlijk proces van de mensengemeenschap. Een proces waar iedereen aan kan deelnemen, een proces dat niemand uitsluit. Een proces dat we mogelijk maken als we het verschil tussen onderdrukkers en onderdrukten begrijpen en we dat verschil proberen op te heffen. De onderdrukking dus in al zijn vormen tegengaan.

En wanneer het onderwijs door Freire wordt bekritiseerd als een instrument die onderdrukking over het algemeen juist in stand blijft houden, komt Freire daarna dus meteen ook tot een voorstel voor een ander type onderwijs wat juist vrijheid genereert. Kort samengevat bestaat dat uit de volgende ingrediënten:

  • een curriculum waarbij dialoog centraal staat.
  • onderzoek naar de instrumenten en praktijken van onderdrukking: overweldiging, verdelen en heersen, manipuleren en culturele invasies.
  • onderwijsmethoden en onderwijsinhoud die in dienst staan van een kritisch bewustzijn. Hij pleit voor een praktijk van samenwerking, eenheid, organisatie en culturele synthese.

Het is daarbij geen starre, nieuwe set aan onderwijstechnieken. Freire pleit voor een radicalisering van het onderwijs:

Radicalization, nourished by a critical spirit, is always creative. Sectarianism mythicizes and thereby alienates; radicalization criticizes and thereby liberates. Radicalization involves increased commitment to the position one has chosen, and thus ever greater engagement in the effort to transform concrete, objective reality.

Vaak wordt daarbij in de beschouwing van het werk van Freire ingegaan op ‘banking’, ‘conscientizaçāo’ en ‘generative themes’. Banking is een vorm van onderwijs die uit niet meer actie van de studenten bestaat dan het aanhoren, structureren en opslaan van leerstof. Dat moeten we uiteraard tegengaan. Conscientizaçāo staat voor het leren om sociale, politieke en economische tegenstrijdigheden te waarnemen en hoe tegen de onderdrukking die daaruit blijkt actie te ondernemen. Dat is wat we zouden moeten bereiken. De ‘generative themes’ zijn de betekenisvolle thema’s die door de studenten/leerlingen zelf worden geïdentificeerd en die bepalen waar het onderzoek (de inhoud van het onderwijs of de opvoeding) over zal moeten gaan. Dat is de generatieve inhoud van het onderwijs zoals dat tot stand moet worden gebracht.

Je ziet dat het onderwijs dus een heel andere fundament moet krijgen. Er wordt tot in de laatste details voorkomen dat iemand domineert in het proces of de inhoud. Heel kenmerkend in de aanpak van Freire is dat mensen zelf in staat gesteld worden dingen te benoemen, een naam te geven en daarmee hun eigen wereldbeeld te verwoorden. Het onderwijs is van degenen die onderwezen worden. De docent of leraar gaat primair onderdrukking tegen en staat in die zin aan de kant van de leerling of student.

In meer filosofische, theoretische zin kan de aanpak van Freire makkelijk beschouwd worden als een antwoord tegen vormen van kolonialisering, en goed begrepen als een vorm van emancipatie. Ook kan het worden ingebed in een (kritisch) denken over disciplinering, autoriteit of macht. Dit zijn dan echter volgens Freire veel meer dan academische onderzoeksterreinen of filosofische bespiegelingen. De maatschappij waarin we leven doet het zo vaak voorkomen alsof we met het neoliberale denken zoveel mogelijk de belangen van iedereen dienen en allerlei mechanismen hebben die vrijheid mogelijk maken en stopt kortom deze kritische denkbeelden in een ‘veilige’ academische omgeving weg. Het is dan slechts iets om in een academische discussie nog eens te bespreken. Er zijn echter verschillende bevolkingsgroepen die ook nu, hier, in onze maatschappelijke orde consequent worden onderdrukt. Dat is de realiteit. En als je onderdeel uit maakt van die bevolkingsgroepen of werkelijk meevoelt met die onderdrukten dan zijn de ideeën van Freire dus ook geen (slechts) interessante onderwijsfilosofische beschouwingen: er spreekt een grote ervaring en kracht uit die ervoor pleit die onderdrukking op te heffen – tegen de maatschappelijke normen, institutionalisering, aanvaarde wetten of sociale codes in. Voor Freire komt dit voort uit een werkelijke ervaring, honger, het zien van het lijden van kinderen, het deel zijn van een bevolking die worstelt onder de heerschappij van anderen. Ontoelaatbaar voor hem. Onmogelijk om daar deel van uit te maken. En dan is het dus helemaal geen (academisch) filosofisch verhaal.

Wellicht is het daarmee veroorloofd of zelfs nodig om het denken van Freire wat los te maken van specifieke opvattingen over ‘klassen’, of dominante maatschappelijke/politieke denkbeelden, iets wat Freire zelf maar met veel bedenkingen zou toelaten. Hoewel, ook Freire zou niet willen dat we onderdrukking als puur maatschappelijk/politiek probleem aan de kaak stellen, zou hij wel blijven benadrukken dat dit hoe dan ook een belangrijke dimensie van onderdrukking is. Ik vraag me af of het vandaag de dag in Nederland echter de beste ingang geeft om onderdrukking aan de kaak te stellen. Waarschijnlijk zouden we een even zo sterke ingang vinden de positivistische, economisch-kapitalistische, en management gedomineerde benadering die we in Europa doorgaans op scholen, maar ook in elke daarbuiten te vinden vorm van onderwijs zien.

Of misschien moeten we met onderdrukking aan de slag vanuit het idee dat het toch opmerkelijk is dat onderdrukking (in wat voor vorm dan ook) nog maar nauwelijks aandacht krijgt in het onderwijs, in docentenopleidingen, studiedagen of lerarendiscussies. Is dat dan opmerkelijk? Ja, wél als je aanneemt dat de belangrijkste vorm van onderdrukking vandaag de dag gevonden moet worden in het ‘onzichtbaar maken’ of doen vergeten van bepaalde ideeën, bevolkingsgroepen, of mensen – dat dit juist de meest belangrijke en onzichtbare onderdrukking betreft. Het is een onderdrukkingstactiek van marginalisatie en ‘weglaten’. En dit is een vorm van onderdrukking waar Freire volgens de (in sommige edities voorkomende) inleiding door Macedo zelf ook aan onderhevig is.

Whereas students in the Third World and other nations struggling with totalitarian regimes would risk their freedom, if not their lives, to read Paulo Freire, in our so-called open societies his work suffers from a more sophisticated form of censorship: omission. This “academic selective selection” of bodies of knowledge, which borders on censorship of critical educators, is partly to blame for the lack of knowledge of Paulo Freire’s significant contributions to the field of education. Even many liberals who have embraced his ideas and educational practices often reduce his theoretical work and leading philosophical ideas to a mechanical methodology.

Ik hoop hierboven Freire vanuit dat oogpunt hierboven dan ook niet op een dergelijke selectieve manier te hebben besproken en/of te hebben gereduceerd tot een eenvoudige methodologie. Het lijkt me waardevol om net als Macedo Freire’s werk dus als belangrijke ‘challenge’ en uitdaging te lezen, waarbij hij moet worden begrepen vanuit een verwantschap met Marx, Gramsci, Hegel en Sartre en als zeer omvattende filosofie of sociale theorie. In dat geval zijn Freires lessen op hun sterkst, het minst makkelijk te negeren en acuut relevant in het alledaagse onderwijs- en opvoedingswerk. Het is misschien te gemakkelijk om Freire te negeren, verdoezelen of reduceren. Laten we Freire, en alles waarvoor hij staat, vooral zelf niet onderdrukt laten worden.

Om anderen, en niet de minsten, (Chomsky, Gardner, della Chiesa) eenzelfde boodschap te horen verkondigen over dit boek en de hedendaagse mogelijkheden tot toepassing daarvan raad ik de onderstaande video aan. Vooral ook vanwege de verschillende invalshoeken die door de drie mannen worden vertegenwoordigd en die hier ruimschoots aan bod komen met betrekking tot het boek en Freire in het algemeen. Zoals de heren betogen kunnen we dan afsluitend concluderen dat de ideeën van Freire verre van verouderd zijn en dat waarschijnlijk ook nooit zullen worden.